maandag 12 augustus 2013

De slimme netwerkorganisatie

De wereld verandert. Van een industriële samenleving hebben we ons ontwikkeld richting een netwerksamenleving. Lang is hier het etiketje post-industrieel opgeplakt, maar dat was natuurlijk wel een heel eenvoudige, nietszeggende oplossing. Post betekent immers niets anders dan na. Makkelijker kan niet, maar het zegt weinig over wat er gaande is. Het woord netwerk doet dat wel. De structuur in de wereld is er steeds meer één van netwerken van mensen. Ze weten elkaar te vinden, zijn verbonden en delen van alles. Dit creëert een heel andere dynamiek en een heel andere maatschappelijke structuur.

De invloed van het netwerk is ook heel duidelijk terug te vinden in veranderende ideeën over organisatieontwikkeling. Slimme organisaties weten medewerkers en externe professionals op een productieve manier te verbinden. Daardoor ontstaat een veel productievere werkomgeving dan binnen oude organisatiemodellen mogelijk is. Uiteindelijk vergroten dit type organisaties mede hierdoor hun concurrentiepostie en overlevingskansen in een nieuw tijdperk.

Het is buitengewoon interessant om ook schoolorganisaties eens vanuit dit perspectief te bekijken. In eerste instantie is vaak de gedachte dat het niet kan omdat ze zo anders zijn. En inderdaad, ze zijn natuurlijk niet commercieel van opzet, maar verder gaan er veel parallellen juist wel op.

Voer voor discussie dus. Bekijk eerst de film en daarna kan het beginnen: de zoektocht naar de slimme onderwijsorganisatie. Ik wens u een goede en vooral productieve reis toe.



Literatuur:
  • Benckler, Y. (2011). The Penguin and the Leviathan: How Cooperation Triumphs Over Self-Interest.
  • Laboviz G. & Rosansky V. (1997). The power of alignment. How great companies stay centered and accomplish extraordinary things.
  • Lanting, M. (2012). De slimme organisatie. De toekomst van werk, leiderschap en innovatie.
  • Romein, J. (1937). De dialectiek van de vooruitgang. In: Het onvoltooid verleden.
  • Weggeman M. (2007). Leiding geven aan professionals? Niet doen! Over kenniswerkers, vakmanschap en innovatie.

dinsdag 30 juli 2013

Werken met het Analysemodel effectief leren

Gelukkig is er een voortdurende discussie over de kwaliteit van onderwijs en leren. De overtreffende trap van goed is namelijk beter en die vind je door uitwisseling en elkaar op nog betere ideeën brengen. Opvallend is wel dat de discussie vaak heel beperkt, eenzijdig en ongenuanceerd is. Om hier verbetering in te brengen, is het nodig om samen meer gevoel te krijgen voor de elementen die van invloed zijn op de kwaliteit van leeractiviteiten. Noem het maar een analysemodel.

Nu zijn er natuurlijk best een aantal modellen te vinden, maar over het algemeen dateren ze van behoorlijk wat jaren terug. Daarmee zijn ze minder in staat om een goede rol te vervullen in een tijdperk waarin toch een aantal zaken fundamenteel aan het veranderen zijn. Onderwijs en leren waren ooit het exclusieve domein van de school en de leraar. Wie goed om zich heen kijkt, ziet dat dit steeds minder het geval is. Door de snel groeiende informatiestromen en de exponentiële groei van leersituaties leren veel kinderen misschien nog wel meer buiten dan binnen de muren van de school. En in veel situaties is het niet meer de leerkracht die het 'aanleert', maar nemen moderne media deze rol over. Kortom, de strikt schoolse, leerkrachtgestuurde didactische modellen bevatten niet meer alle elementen om de effectiviteit van het leren te kunnen beschrijven. Zeker de moeite waard dus om ze te updaten.

Dit is gebeurd in het Analysemodel effectief leren. Op een simpele manier, want we moeten het ook niet belangrijker maken dan het is. Leren hoeft niet altijd langs de theoretische meetlat van de wetenschappers gelegd te worden. Maar om twee redenen is de ondersteunde rol van een goed analysemodel wel belangrijk. Ten eerste helpt het om de juiste kwaliteitsdiscussies te voeren. Als er geen gedeelde taal is, dan is spraakverwarring het voor de hand liggende gevolg. Ten tweede helpt een model om leeractiviteiten voor te bereiden en te ontwikkelen. Het is dus een belangrijk hulpmiddel voor docenten bij hun lesvoorbereiding en onderwijsontwikkelaars bij het maken van onderwijsleermaterialen.

Bekijk de onderstaande film over het Analysemodel effectief leren en schrijf een reactie.



Met dank aan Albert Rouschop.

donderdag 3 januari 2013

Onderwijsgroeten uit Finland

Lijstjes zijn in en rankings nog meer. Niet in de laatste plaats in het onderwijs. Internationale vergelijkingsonderzoeken krijgen veel aandacht en voor de uitkomsten hiervan hoeft Nederland zich beslist niet te schamen. Vrijwel altijd is er een mooie subtopplaats gereserveerd voor het onderwijssysteem dat wij hier hebben.

De laatste 12 jaar is bijna altijd te zien dat het Fins onderwijs koploper is. Daarom is het zeer de moeite waard om te gaan kijken welke Finse onderwijsgeheimen er zijn en of wij daar wat van kunnen leren. Vanuit deze intentie zijn inmiddels al behoorlijk wat werkbezoeken georganiseerd en artikelen verschenen, maar het blijft lastig om eenduidige conclusies te trekken. Maar dit ontslaat ons niet van de plicht om kritisch in het buitenland te kijken naar verbetermogelijkheden voor onze scholen. Daarom is de onderstaande discussiefilm gemaakt. Het enige juiste antwoord zult u er niet in vinden, maar als het leidt tot een gerichte discussie over onderwijsverbetering vanuit een internationaal perspectief, dan is het doel van deze film in ieder geval bereikt.



Met dank aan Koen Elbers.

Literatuur
  • Breebaart, P. (2012). Lof voor en waarschuwing bij ‘Finnish Lessons’.
  • Inspectie van het onderwijs (2012). De staat van het onderwijs. Hoofdlijnen uit het onderwijsverslag 2010-2011
  • Mullis, I.V.S., Martin, M.O., Foy, P., & Drucker, K.T. (2012). PIRLS 2011 International results in reading
  • Sahlberg, P. (2012). Finnish lessons. What the world can learn from educational change in Finland.
  • Weggeman M. & De Bruijn, J.A. (2012). Onderwijs vraagt leiderschap.
  • Weggeman M. (2007). Leiding geven aan professionals? Niet doen! Over kenniswerkers, vakmanschap en innovatie.